Pijnstilling na de ingreep

Pijnstilling na uw ingreep

De anesthesioloog bepaalt direct na de operatie het beleid rondom uw pijnmedicatie. Indien dit extra opgevolgd dient te worden, vragen zij het Acute Pijnteam bij u in consult. 

Het Acute Pijnteam (zie hieronder) bestaat uit gespecialiseerde verpleegkundigen die, in nauw overleg met de anesthesioloog en uw behandelend arts op de afdeling, uw pijn opvolgen en eventueel uw pijnmedicatie aanpassen.

Het Acute Pijnteam probeert een goed beeld te krijgen van uw pijnbeleving. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een pijnscore. Dit is een score van 0 (geen pijn) tot 10 (ondraaglijke pijn) aan de hand van een smiley-overzicht (zie afbeelding).

Het doel is om voor u acceptabele pijnbeleving na te streven. En zodanig dat u in staat bent om activiteiten uit te voeren die uw herstel bevorderen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan activiteiten als doorzuchten, hoesten en zitten in de stoel. Naast de vragen 'heeft u pijn?' en 'is er sprake van acceptabele of onacceptabele pijn?'  wordt de pijnbeleving in kaart gebracht door middel van deze scorekaart. 

pijnscore
Met behulp van een pijnscore wordt uw pijnbeleving in kaart gebracht.

Er bestaan verschillende vormen van pijnmedicatie. De bekendste zijn paracetamol en NSAID's ( zoals Ibuprofen, Diclofenac of Naproxen).

In sommige gevallen is het nodig om  kortdurend opioïden toe te voegen om de ergste pijn na een ingreep te overbruggen (zoals Oxycodon, Tramadol, Dipidolor of Morfine). Deze sterke pijnstillers worden slechts kortdurend voorgeschreven om het risico op verslaving te verminderen.

Bepaalde pijnstillers kunnen ook via een pomp gegeven worden. Deze pomp kan op een infuus, een ruggenprik (epiduraal) of een lokale verdovingskatheter zijn aangesloten. Het Acute Pijnteam loopt regelmatig langs om deze pompinstellingen te controleren en waar nodig aan te passen.  

pca
Soms wordt een pijnpompje aangesloten waarover u uzelf medicatie kunt toedienen.
Sluit de enquête